VOORBEELDEN: Collegiale Consultatie
Loondienst
Podotherapeut A werkt in loondienst. De podotherapeut vindt comfortschoenen een interessant vakgebied en wil zich hier graag verder in bekwamen. Zij heeft al een cursus gevolgd over het onderwerp, maar heeft behoefte aan verdieping door inhoudelijk te kunnen sparren met een ervaren collega. Daarom vraagt ze podotherapeut B, die ruime ervaring heeft op dit vakgebied, om haar te begeleiden bij de activiteit ‘collegiale consultatie’. Voorafgaand aan het consultatietraject maken beide podotherapeuten afspraken en leggen dit vast in het consultatieplan:
- de aanleiding voor de collegiale consultatie;
- de doelen van de consultatie;
- de wijze van consultatie;
- en de tijdinvestering.
Podotherapeut A wordt uiteindelijk in 10 uren gecoacht volgens de gemaakte afspraken. Hierbij loopt podotherapeut A 2 dagdelen mee met podotherapeut B. Ervaringen, kennis en alternatieven worden gedeeld. Daarna brengt podotherapeut B een dagdeel bezoek aan podotherapeut A, waarbij podotherapeut A (opbouwende) feedback op haar handelen krijgt. Na afloop wordt het traject geëvalueerd en wordt het evaluatieverslag door beiden ondertekend. Dit evaluatieverslag wordt samen met het consultatieplan toegevoegd aan het portfolio. Zowel consultvrager (podotherapeut A) als consultgever (podotherapeut B) ontvangen 10 punten voor het gehele traject.
Praktijkhouder
De praktijk van podotherapeut A is de afgelopen jaren hard gegroeid. De praktijk heeft nu vijftien medewerkers in dienst. Praktijkhouder A merkt dat het verloop van personeel het afgelopen jaar toe is genomen. De praktijkhouder heeft de behoefte om te groeien in haar rol als manager van een team (competentiegebied ‘organisatie’) en wil graag leren hoe zij de medewerkers beter kan binden en boeien, zodat het verloop mogelijk afneemt. De praktijkhouder vraagt 1) een collega praktijkhouder/manager B uit de regio met meer ervaringsjaren en 2) een manager, werkzaam in een andere branche (IT) om haar te begeleiden bij de activiteit ‘collegiale consultatie’, waarbij informatie en adviezen worden uitgewisseld en problemen worden besproken. Voorwaarde hiervoor is wel dat het traject gericht is op het bevorderen van de eigen specifieke deskundigheid. Voorafgaand aan het consultatietraject maken de betrokkenen afspraken en leggen dit vast in het consultatieplan:
- de aanleiding voor de collegiale consultatie;
- de doelen van de consultatie;
- de wijze van consultatie;
- en de tijdinvestering.
Praktijkhouder A wordt uiteindelijk in 16 uren gecoacht door beide managers (beiden 8 uur) volgens de gemaakte afspraken. Na afloop wordt het traject geëvalueerd en wordt het evaluatieverslag door allen ondertekend. Dit evaluatieverslag wordt samen met het consultatieplan toegevoegd aan het portfolio. Praktijkhouder A ontvangt 16 punten (16 uur) voor het traject en praktijkhouder B ontvangt 8 punten (8 uur begeleiding).