Toekomst regulering zorg ligt bij kwaliteitsregisters

Van zorgprofessionals worden in toenemende mate nieuwe en andere competenties gevraagd om in te spelen op maatschappelijke ontwikkelingen: co- en multimorbiditeit, interdisciplinair werken en voortschrijdende technologie. De regulering in de zorg moet daarom kantelen van “vast & star” naar “flexibel en vloeibaar”. Het vraagt om een overgang van “controleren & sanctioneren” naar “leren & verbeteren”. “Leren & verbeteren” prikkelt de professional om de eigen vakbekwaamheid - ook over de domeinen heen - bij te houden en te ontwikkelen. Wanneer een professional aantoonbaar bekwaam is, dan behoort deze professional bevoegd te zijn. Kwaliteitsregisters, zoals het Kwaliteitsregister Paramedici, ondersteunen professionals optimaal met (her-)registratie van de bekwaamheid. Verder kan de overheid de kenbaarheid van kwaliteitsregisters ondersteunen en cliënten faciliteren met een website over kwaliteitsregisters voorzien van een goede zoekfunctie. De wettelijke verankering van de opleidingseisen, de opleidingstitelbescherming en het deskundigheidsgebied blijft relevant.

I Aanleiding

De wet BIG reguleert beroepen, titels en opleidingen in de zorg. Het ministerie van VWS vraagt zich af of de wet BIG toekomstbestendig is, ook na eerdere evaluatie van deze wet. Het ministerie plaatst vraagtekens bij de houdbaarheid van de Wet BIG. Hiervoor verwijst het ministerie van VWS naar maatschappelijke ontwikkelingen, zoals opkomende technologie, werken over domeinen heen en het steeds meer werken in netwerken en teams. De Raad voor de Volksgezondheid en Samenleving (RVS) adviseert in dit traject het ministerie van VWS.

II Knelpunten

In de adviesaanvraag van het ministerie van VWS worden de volgende knelpunten met betrekking tot begrippen en principes uit de wet BIG genoemd.

  1. Focus van de wet BIG is op de individuele beroepsbeoefenaar, terwijl de zorg steeds meer in netwerk- of teamverband wordt verleend.
  2. Reikwijdte van de wet BIG gaat uit van direct cliëntencontact, terwijl bij preventie en technologische ontwikkelingen er niet altijd rechtstreeks cliëntencontact is.
  3. Deskundigheidsgebieden vervagen.
  4. Regeling van voorbehouden handelingen loopt per definitie achter op de ontwikkelingen in de zorg. Voorbehouden handelingen zijn mogelijk achterhaald.
  5. Het BIG register toetst bekwaamheid onvoldoende.
  6. Tuchtrecht geeft geen oordeel over de kwaliteit van de geleverde zorg.
  7. Domeinstrijd tussen professionals en cliënten weten het BIG register niet te vinden en te raadplegen.

RVS is gevraagd om het ministerie van VWS te adviseren over deze knelpunten en te verkennen of oplossingen binnen de Wet BIG zelf kunnen worden gevonden.

III Reactie KP op knelpunten

Het BIG register ondersteunt 9 beroepsgroepen op grond van artikel 3 Wet BIG. Het Kwaliteitsregister Paramedici (KP) is onafhankelijk en faciliteert kwaliteitsregistraties van eveneens 9 beroepsgroepen. Het gaat om artikel 34 Wet BIG beroepsgroepen. In totaal zijn ruim 34.000 paramedici bij KP ingeschreven. Voor paramedici geldt het BIG register niet en evenmin is wettelijk tuchtrecht van toepassing.

Hieronder is de reactie van KP op de genoemde 7 knelpunten weergegeven. Bij deze reactie wordt tevens ingegaan op de concept discussienotitie beroepenregulering van RVS.

Knelpunten 1 tot en met 3 (Focus & reikwijdte wet BIG en deskundigheidsgebied)

  • Een verschuiving van individuele zorgverlening naar zorgverlening vanuit een netwerk of team is waarneembaar. Professionals hebben steeds meer met co- en multimorbiditeit te maken, werken interdisciplinair en werken over de domeinen heen. Per beroepsgroep zijn er verschillen in tempo en fasering.
  • De ontwikkeling en introductie van technologie is ook wisselend per beroepsgroep. Vormen van E-Health brengen met zich mee dat er geen of minder face to face contact is tussen de professional en de zorgvrager.
  • Deskundigheidsgebieden vervagen niet zo zeer, wel is er in toenemende mate aansluiting en aanvulling op deskundigheidsgebieden van andere beroepsgroepen mogelijk. Vanuit het perspectief van integrale zorg, is dit een wenselijke ontwikkeling. Professionals moeten zicht hebben op elkaars opleidingseisen en deskundigheidsgebieden. Beroepen zijn zo in een netwerk of een team voor iedereen herkenbaar.
  • De voorgestane kanteling van de regulering  van de zorg van “vast & star” naar “flexibel en vloeibaar”, brengt met zich mee dat deskundigheidsgebieden niet “vast worden gezet” en “strak zijn omlijnd”, maar open en toetsend worden omschreven.
  • Een algemene omschrijving van het deskundigheidsgebied en opleidingseisen, registratie van diploma’s, periodieke herregistratie op basis van werkervaring en deskundigheidsbevordering is de ruggengraat van de regulering in de zorg.  Een algemene omschrijving bevordert juist de samenwerking en de communicatie tussen de professionals om de zorg rondom de client te organiseren. Hiermee is de zorg meer flexibel en vloeibaar.
     

De omschrijving van de opleidingseisen en het deskundigheidsgebied vindt plaats in een AMvB en kan betrekkelijk eenvoudig en tijdig worden aangepast wanneer ontwikkelingen in de zorg, zoals bijvoorbeeld taakverschuiving, hiertoe aanleiding geven. Beroepen zullen altijd de basis zijn voor de regulering van de zorg. Een redelijk en werkend alternatief is niet denkbaar en evenmin beschikbaar.

Knelpunt 4 (voorbehouden handelingen)

  • Het is op zich niets nieuws dat voorbehouden handelingen achterlopen op ontwikkelingen in de zorg. Het proces van wet- en regelgeving is te traag om de ontwikkelingen bij te houden.
  • De voorbehouden handelingen hebben een steeds geringere onderscheidende waarde bij bepaling van goede zorg.
  • Het is een goed voorstel om “bevoegd & bekwaam” terug te brengen naar “bekwaam = bevoegd”. Het onderscheid tussen bevoegd en bekwaam is inderdaad te gekunsteld. Wanneer deze constructie wordt verlaten, dan is een bekwame professional ook een bevoegde professional.
  • De regeling van voorbehouden handelingen loopt achter de feiten aan, dekt risico’s onvoldoende af en kan prima worden een vervangen door een systematiek van “bekwaam = bevoegd”.

Knelpunt 5 (BIG register onvoldoende)

  • Het BIG register toets periodiek de werkervaring. Anders dan in de concept discussienotitie van RVS wordt gesuggereerd, toets het BIG register geen bij- en nascholing. Overigens zou het laatste ook al niet voldoende zijn.
  • Een systematiek van continue registratie die alleen het kennisniveau van een professial peilt, is onvoldoende. Kennis alleen is onvoldoende om vakbekwaamheid vast te stellen. Naast kennis, zijn juist andere CanMeds competenties doorslaggevend bij het beoordelen van vakbekwaamheid. Om subjectieve beoordeling te voorkomen zijn naast zelfreflectie beoordelingen van bijvoorbeeld cliënten en/of andere professionals noodzakelijk. Het KP voorziet hierin.
  • Voor het bepalen van de bekwaamheid van de professional moeten zowel werkervaring als deskundigheidsbevordering worden beoordeeld. Deze beide criteria, mits met voldoende activiteiten en kwaliteitsinstrumenten uitgewerkt, geven een uitstekende basis voor herregistratie van de vakbekwaamheid. Zeker bij de gewenste omslag van ‘bevoegd en bekwaam’ naar ‘bevoegd = bekwaam’.
  • Niet alleen artikel 34 beroepen, maar ook de artikel 3 beroepen, hebben een eigen kwaliteitsregister, waarbij getoetst wordt op zowel werkervaring als deskundigheidsbevordering.
  • Het BIG register is feitelijk reeds vervangen door kwaliteitsregisters per beroepsgroep. Het BIG register is hiermee de facto overbodig geworden en leidt tot vermijdbare administratieve lasten.
  • Soms is er één kwaliteitsregister voor meerdere beroepsgroepen, zoals bij KP. Dit is op basis van een systeem van registratie en herregistratie. Registratie- / herregistratie systematiek gaat uit van leven lang leren & ontwikkelen en is herkenbaar voor professionals.
  • Wanneer de overheid - met het wegvallen van het BIG register - nadere regulering noodzakelijk acht, dan kan worden verkend of een erkenningssysteem voor kwaliteitsregisters wenselijk is. Hiermee zou de overheid ook aansluiten bij de huidige trend van decentralisatie.
  • Verder zou de overheid de kwaliteitsregisters kunnen ondersteunen en de cliënten kunnen faciliteren met een goed beschikbare en bereikbare website waarop de kwaliteitsregisters zijn te raadplegen. Zo hebben cliënten realtime inzicht in de vakbekwaamheid van beroepsprofessionals.

Knelpunt 6 (Tuchtrecht)

  • Het huidige tuchtrecht heeft teveel een repressief karakter. Het gaat uit van ‘controleren en sanctioneren’.
  • Beter is om ‘tuchtrecht’ te moderniseren naar ‘Interprofessionele Klachtbehandeling’ met ‘leren & verbeteren’ als aangrijpingspunt.
  • Dit is te organiseren vanuit de Wkkgz of als verlengstuk hiervan. In de visie van KP kunnen dan ontwikkelmaatregelen worden opgelegd gerelateerd aan deskundigheidsbevorderende activiteiten. Voorbeelden van ontwikkelmaatregelen: -  het volgen van bij- en nascholing; - deelname aan collegiale consultatie; - deelname aan intercollegiaal overleg; -  volgen van collegiaal leertraject

Knelpunt 7 (Kenbaarheid BIG register)

  • Wanneer de belangen van professionals tegenstrijdig zijn, dan is een zekere domeinstrijd onvermijdelijk. Dit heeft niet zo zeer te maken met de kwaliteit van de zorg, maar alles met de organisatie en de bekostiging daarvan. Soms levert een BIG registratie een betalingstitel op. Dus de oplossing voor een eventuele domeinstrijd zit niet primair in de beroepenregulering van de zorg.
  • Het BIG register is voor cliënten niet zichtbaar. Een cliënt zal doorgaans niet naar het BIG register kijken bij een keuze voor een professional. Ook al zou de cliënt het BIG register raadplegen, dan vindt hij/ zij weinig over de kwaliteit c.q. bekwaamheid van de professional.
  • Een cliënt die echt iets wil weten van een professional kijkt naar de website van een bepaalde praktijk of zorgaanbieder en wordt dan doorgeleid naar het achterliggende kwaliteitsregister van de betreffende beroepsgroep.
  • Naast raadplegen van kwaliteitsregisters hebben cliënten andere informatiebronnen om een beeld te vormen over de reputatie, vergoedingen en wachttijden. Dit hoeft niet via het BIG register en/of kwaliteitsregisters te worden gefaciliteerd.

IV Kenmerken kwaliteitsregister Paramedici

Het kwaliteitsregister Paramedici heeft meerdere kerntaken, te weten: - registratie/ herregistratie; - accreditatie; - en klachten- en geschilbehandeling. De kwaliteitsregistraties worden onafhankelijk  uitgevoerd voor in totaal 9 paramedische beroepsgroepen, waarbij het gaat om ruim 34.000 geregistreerden. Kenmerken van de registratie- / herregistratie systematiek zijn:

    • KP volgt trends en ontwikkelingen in de zorg nauwgezet. Deze worden periodiek vertaald naar een nieuwe set kwaliteitscriteria. De kwaliteitscriteria geven invulling aan de paramedische competenties van de toekomst.
    • Deze competenties zijn afgeleid van de CanMEDS. Bij de deskundigheidsbevordering wordt een expliciete koppeling gemaakt naar de CanMEDS competentiegebieden.
    • KP verricht de diplomacontrole op basis waarvan een paramedicus initieel wordt ingeschreven en vervolgens periodiek de herregistraties.
    • De kwaliteitscriteria bestaan uit enerzijds werkervaring en anderzijds deskundigheidsbevordering. In de kern draait het om vakbekwaamheid.
    • Onderstaande visual laat zien dat bij het criterium deskundigheidsbevordering een koppeling wordt gelegd met vele kwaliteitsinstrumenten waaronder: PREM, PROM, visitatie, audit, intercollegiaal overleg, intercollegiale consultatie, zelfreflectie, POP en 360 graden feedback.
    • Het cyclisch werken aan vakbekwaamheid (individuele professionele ontwikkeling: IPO) is de kern van de registratie/ herregistratie systematiek. IPO gaat uit van zelfreflectie en multisource feedback van cliënten en/of collega professionals.
    • Herregistratie is in beginsel telkens voor een periode van 5 jaar, maar kan ook na 36 maanden plaatsvinden. De flexibiliteit in de herregistratiesystematiek is kenmerkend en onderscheidend voor KP.
    • Het herregistratieproces is als volgt visueel weergegeven.
    • KP werkt met een digitaal portfolio, waardoor voor professionals de administratieve lasten én de kosten laag zijn. Derden, zoals scholingsaanbieders, kunnen geaccrediteerde punten rechtstreeks aan het digitaal portfolio toevoegen zonder dat een geregistreerde hiervoor iets hoeft te doen.
    • Naast de systematiek van registratie/ herregistratie heeft KP deze systematiek beschikbaar voor specialisaties.
    • De systematiek is verder geoptimaliseerd met de mogelijkheid van beroepsgebonden aantekeningen.

De registratie/ herregistratie systematiek van KP is state of the art. Het faciliteert de beroepsbeoefenaar in de continue professionele en persoonlijke ontwikkeling. Door het cyclisch werken en feedback van derden en de ruime keuze uit activiteiten die deskundigheidsbevorderende zijn, is kwaliteitsregistratie voor paramedici onmisbaar binnen de (paramedische) zorg. Dit niet alleen vanuit het perspectief van de geregistreerden, maar vooral voor cliënten, zorgverzekeraars en overige partijen.